Beschermende motorkleding ook in de zomer noodzakelijk
FEBIAC en de BMB wijzen met het oog op het komende zomerweer en de vakanties op het belang van goede beschermende kleding. Dat is zeker nu een aandachtspunt omdat in deze zomerperiode meer mensen de motor- of de scooter kiezen voor hun woon-werk- of hun ontspanningsverplaatsingen.
De motor of scooter is voor velen vooral een vrijetijds-object naast een middel om snel door het dichtslibbende spitsverkeer te raken. Als motor- en scooterrijder heb je een gevoel van vrijheid en sta je veel meer rechtstreeks in contact met de omgeving: de rijwind, de geuren. Die vrijheid noemen velen de belangrijkste reden om op de gemotoriseerde tweewieler te stappen. Maar een keerzijde is dat je ook letterlijk in direct contact kunt komen met andere weggebruikers en het wegdek. Motor- en scooterrijders hebben bij een val of een incident immers meer kans op lichamelijke schade dan automobilisten die in een cocon met kreukelzone zitten. Motorrijders zijn cru gezegd hun eigen kreukelzone. Evenals fietsers en bromfietsers zijn ze in dat opzicht zwakke weggebruikers. Statistieken wijzen dat ook uit.
Veel motor- en scooterrijders zijn occasionele mooi-weer-rijders. Ze rijden vooral in het voorjaar en de zomer – deze periode dus. Logisch dat juist dan ook de meeste ongevallen met gemotoriseerde tweewielers gebeuren (62% van april tot en met juli, volgens cijfers van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid BIVV). Defensief rijden én een goede beschermende motorkleding zijn twee belangrijke manieren om de veiligheid van de motor- en scooterrijders te verhogen. Op beide vlakken zijn er al initiatieven genomen: een aangepaste motorrijopleiding en een wetgeving omtrent de kleding (sinds 2011 toen het Koninklijk Besluit ‘ter bevordering van de veiligheid van motorrijders’ van kracht werd).
Conform de wet
De ervaring leert dat het overgrote deel van de verkeersdeelnemers dat dagelijks met de motor op pad is, volledig en correct is uitgerust. Dat wil zeggen dat ze – zoals de wet vereist – een gehomologeerde helm dragen, een vest met lange mouwen, een lange broek, handschoenen en laarzen of schoenen die de enkels bedekken. Dat wordt ook bevestigd door het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid dat in mei 2013 in het Brussels hoofdstedelijk gebied gedurende een tiental werkdagen op belangrijke verkeerspunten waarnemingen deed.
Men observeerde in totaal 2300 personen met gemotoriseerde tweewielers van wie 50% op de motor reed, 38% op de scooter en 11% op de bromfiets. Van de motorrijders droegen 8 op de 10 alle wettelijk voorgeschreven ‘persoonlijke beschermingsmiddelen’. Bij de scooterrijders waren slechts 4 op 10 conform de wet gekleed. Vooral hand- en voetbescherming ontbrak daar vaak. Stijn Vancuyck, adviseur gemotoriseerde tweewielers bij FEBIAC, wijst erop dat scooterrijders – en dan vooral die van de scooters van minder dan 125 cc – een andere instelling hebben dan motorrijders: “Voor een scooterrijder is het gebruik meer functioneel (voor verplaatsingen) en minder uit liefhebberij zoals bij veel motorrijders. De 125 cc-rijders voelen zich geen motorrijder of zijn zich niet altijd bewust van hun snelheid (ze kunnen op de autoweg tot 110 kilometer per uur gaan), maar het is voor hen wél relevant om zich correct uit te rusten. Die groep moet meer gesensibiliseerd worden.”
Speciaalzaak
De wettekst zegt echter niets over minimumvoorwaarden waaraan die beschermende kleding moet voldoen. “En dan zie je dat mensen die zo nu en dan in het weekend rijden niet altijd de meest beschermende kleding dragen. Bijvoorbeeld laarzen die niet hoog genoeg komen,” zegt Stijn Vancuyck, adviseur gemotoriseerde tweewielers bij FEBIAC. “De basisregel is dat je best naar een speciaalzaak in motorkleding gaat. Je hebt daar wel verschillen in kwaliteit, maar het is in ieder geval kledij die ontwikkeld is voor het motorrijden. Dat wil zeggen dat die kleding slijtvast is en dat de naden goed toegenaaid zijn zodat ze niet loskomen bij een val.”
De sector van de motorkleding heeft in de afgelopen jaren de beschermingsgraad verhoogd door het toepassen van slijtvaste materialen en van protectoren op armen, schouders, knieën, rug en heupen. De fabrikanten voorzien die kleding quasi automatisch van een aantal protectoren, hoewel dat geen verplichting is. De protectoren hebben een CE-normering en moeten een impact van 35 kiloNewton kunnen weerstaan. Tegenwoordig is er ook een normering voor 20 kiloNewton. De protectoren absorberen de energie die vrijkomt bij een impact.
Signaalfunctie
De veiligheidswensen van de coureurs in de Grote Prijzen-wegrace (MotoGP) hebben die ontwikkeling op gang gebracht. In de wedstrijdsport stellen niet alleen de rijders eisen maar ook de federaties. Voor snelheidswedstrijden van de FMB/BMB, de Belgische Motorrijdersbond, moeten de rijders bijvoorbeeld een eendelig leren pak met rugbescherming dragen. Leer is immers nog altijd het meest slijtvaste materiaal. Zo’n leren pak zit als een tweede huid strak om het lichaam en een deel van de motorrijders draagt dat ook in het verkeer, met name in het weekend. Maar dat is voor de ‘doordeweekse’ motor- en scooterrijders niet altijd even comfortabel, vandaar ook het ruime aanbod aan prettig zittende textielkledij – voorzien van protectoren. Tegenwoordig zijn er ook speciale met kevlar versterkte en van knieproctectoren voorziene jeans voor op de motor en scooter.
De kleding kan overigens ook een signaalfunctie hebben voor de andere weggebruikers. Een vaak gehoorde opmerking van automobilisten is dat ze een motorrijder vaak niet gezien of te laat gezien hebben. Hun frontale oppervlak is immers kleiner. Door het gebruik van fluovesten of fluogele accenten op de (veelal zwarte) kleding en een helm in fluogeel of -oranje of in lichte kleuren verhoogt de zichtbaarheid van motor- en scooterrijders. Het BIVV keek in het eerdergenoemde onderzoek ook naar het ‘fluogedrag’ van rijders. 15% van hen droeg een fluovest. Eén op de tien droeg een fluogele- of oranje helm en drie op de tien droegen een lichte helm. Zes op de tien hadden een donkere of zwarte helm.
Zwart neemt op zonnige dagen wel veel meer warmte op dan lichtere kleuren. Zeker bij stilstand of in stadsverkeer betekent dat voor de motor- en scooterrijder zweten. In de zomer is het dan ook aangeraden om te kiezen voor lichtere kleuren helm of kledij. Stijn Vancuyck zegt dat motorkledij zijn prijs heeft, maar dat voor een redelijk bedrag al een goede uitrusting aan te schaffen is. De aankoop van kleding moet wel in de uitgaven ingecalculeerd worden. Vancuyck: “Een deel van het budget is voor de motor of de scooter, een deel voor de verzekering en het onderhoud en een deel voor de kleding.” Voor woon-werkverkeerrijders zijn die kosten trouwens fiscaal in te brengen…