WK Junior in Lierneux: de kampioenen van morgen
Aanstaande weekend staat in Lierneux (provincie Luik) het wereldkampioenschap motorcross 65 cc, 85 cc en 125 cc op de agenda. De Belgische beloften nemen het in eigen land op tegen de rest van de wereld.
Een week na de Grote Prijs van België motorcross in Lommel zetten de junioren in Lierneux aan voor hun strijd om de wereldtitels 2014. Anders dan in de Grote Prijzen en het Europees Kampioenschap Junioren strijden de jongeren van tien tot en met zeventien jaar niet een heel seizoen lang voor de ereplaatsen, maar slechts gedurende één wedstrijddag.
Voor de meeste jongeren is het ook de eerste grote wedstrijd waarin ze niet alleen tegenstanders ontmoeten uit Europa, maar eveneens uit Japan, Australië, de Verenigde Staten en Zuid-Amerika. “Er doen meer landen aan mee dan aan de Motorcross der Naties,” zegt Robert Gielis, die al enkele jaren voor de Belgische Motorrijdersbond FMB/BMB afgevaardigde is voor het WK Junioren. Wat het kampioenschap extra interessant maakt, is dat het een écht wereldkampioenschap is, vooral met de deelname van Amerikanen. De USA zijn op motorcrossvlak immers een geduchte natie. Maar de Amerikaanse topcrossers blijven de laatste jaren liever in eigen land om daar deel te nemen aan de lucratieve Supercross-wedstrijden en laten zich weinig zien in de Grote Prijzen die tellen voor de wereldtitel. ‘Lierneux’ vormt dus een uitzondering.
Zegt Gielis nog: “Ik vind het WK Junioren een toffe én belangrijke proef omdat het voor de meesten de eerste kennismaking is met het internationale gebeuren. Het Wereldkampioenschap Junioren wordt opgevat als een echt topevenement en wordt georganiseerd zoals een Grote Prijs met de voorstelling van de rijders en een persconferentie met de winnaars na de wedstrijden. Voor die gasten is dat een hele ervaring.” Hij ziet de juniorkampioenen in veel gevallen in de loop van hun carrière doorstoten naar de top in de VS of in Europa. Wat dat betreft zijn de kampioenen zondag de ‘wereldkampioenen van morgen’.
Kansen
Van Belgische zijde is er voor het kampioenschap een twintigtal rijders geselecteerd. Het is aan hen om zich in het rijtje van eerdere junior-wereldkampioenen uit eigen land te voegen. Op die lijst van kampioenen prijken Kevin Strijbos (kampioen 80 cc in 1999), Joël Roelants (kampioen 125 cc in 2006) en Dennis Verbruggen (wereldkampioen 85 cc in 2002 en 125 cc in 2005). De jonge Belgen hebben dit jaar vier stages gedaan onder leiding van Yves Devlaminck, bondscoach van de FMB/BMB voor de junioren. Op 22 juli jl. werkten ze de laatste van die stages af op het circuit van Lierneux.
“Dat was een superdag,” zegt Devlaminck. “We hebben er toen kunnen genieten van de beste omstandigheden. Zo goed als alle rijders waren er. Joël Smets, bondscoach van het team van de MX der Naties, was er ook. We hebben de groep in twee gedeeld en ieder ging met een aantal rijders op een deel van het circuit aan het werk.”
Zijn er kansen van de Belgen op topklasseringen? Daar houdt Devlaminck een slag om de arm. België’s grootste kanshebber op een podiumplaats, de veertienjarige Jago Geerts – kersvers Europees kampioen in de 85 cc-klasse – crashte immers bijna twee weken geleden tijdens de ‘Zwarte Cross’ in het Nederlandse Lichtenvoorde en liep daarbij een gebroken sleutelbeen op. Zoals het er nu voorstaat zal Geerts toch rijden in Lierneux. “Maar ik weet niet of hij 100% zal zijn,” zegt Devlaminck. De andere rijders dicht hij minder kansen toe. “We moeten focussen op kwalificatie,” aldus de bondscoach. “Er zijn per categorie méér dan 100 deelnemers en er mogen er maar 45 in de wedstrijd starten. Het zal een harde dobber worden. We hebben op enkele uitzonderingen na momenteel geen supergeneratie.”
Volgens Stijn Rentmeesters, secretaris-generaal van de FMB/BMB, is het Wereldkampioenschap Junioren ook een indicatie voor de krachtsverhoudingen tussen de verschillende landen. Wat de jeugdbegeleiding betreft, raakt België achter op de ons omringende landen. “Landen als Nederland, Italië en Frankrijk hebben een structuur voor de jongeren en volgen een heel jaar de jeugdselectie op. Ze gaan heel ver daarin. Wij staan nog niet zover omdat we enerzijds de middelen niet hebben en anderzijds te weinig oefenterreinen hebben,” aldus Rentmeesters. In Nederland is er bijvoorbeeld een zeventigtal terreinen waar motorcrossers zowat het hele jaar door op woensdagen en zaterdagen kunnen trainen. In ons land zijn er vier circuits in Vlaanderen en één in Wallonië. Dat heeft zijn effecten. In de eindklassementen om de Europese titels (de laatste wedstrijden werden afgelopen weekend verreden in Lommel in het nevenprogramma van de Grote Prijs) nemen Nederlanders, Fransen en Italianen in de 125 cc-, de 150 cc- en 250 cc-categorieën een groot aantal plaatsen in in de top tien. Ons land was steeds met één rijder vertegenwoordigd in de top tien, met Brent Van doninck als beste geklasseerde Belg met een vierde plaats in het eindklassement van de 250 cc-klasse. In de 125 cc -klasse behaalde de vijftienjarige Cyril Genot afgelopen weekend een vierde plaats en eindigde als tiende in de eindrangschikking.
Strijd en festival
Er zal aanstaande weekend in Lierneux niet alleen tijdens de kwalificatie al veel strijd zijn, maar ook tijdens de manches. FMB/BMB-afgevaardigde Robert Gielis zegt dat de junioren in hun wedstrijd nog niet echt berekenend rijden. Ze gaan er van de eerste tot de laatste minuut voor. De uitslag van de tweede reeks kan bijvoorbeeld helemaal anders zijn dan van de eerste. “Ze geven direct volle gas. Het is bijna als bij de nieuwelingen in het wielrennen waarbij er vanaf de eerste meters gedemarreerd wordt.”
Het circuit van Lierneux is overigens een harde baan en zeker de ‘zandrijders’ zullen moeite hebben om zich daaraan aan te passen. Organisator André Mathieu (Dema MX) zegt dat het circuit “…heel technisch, heel veeleisend maar niet gevaarlijk is. We hebben een baan zoals bij een Grote Prijs.”
Dema MX heeft voor het terrein ten zuiden van Luik (dichtbij de E25) een contract voor vijf jaar om er één wedstrijd per jaar te organiseren. “Sinds 15 juni zijn we er al aan het werk. We moeten er 30 hectare inrichten met een baan, parkings en het rennerskwartier,” zegt hij.
Voor Mathieu moet het WK Junioren iets speciaals worden. Naast de motorcross is er op vrijdag- en zaterdagavond een ‘MusiXfestival’. Dat festival kan evenals de motorcross apart bezocht worden, maar er zijn ook combi-tickets. “Die combinatie motorcross en muziek hebben we opgezet om gezinnen en jongeren naar de motorcross te krijgen. We willen zo de motorcross ‘redynamiseren’: het wordt een feest van motorcross en muziek. Toen ik het idee aan promotor Youthstream voorstelde, vond men het interessant. Het is een nieuwe ervaring…”
