Seizoensstart voor de recreatieve motorrijders
Met temperaturen die dit weekend tot 15 graden kunnen stijgen, zijn het weersomstandigheden die motorrijders goed liggen. Voor velen is het dan ook het moment om de motor uit de winterstalling te halen voor woon-werkverkeer of voor een weeekenduitstap. De Belgische Motorrijders Bond en FEBIAC wijzen erop dat veel van die motorrijders hun ‘rijroutine’ moeten terugkrijgen en dat automobilisten weer meer dan in de wintermaanden bedacht moeten zijn op motorrijders in het verkeer.
Grosso modo zijn motorrijders in twee grote groepen onder te verdelen: de ‘doorrijders’, een minderheid van motorrijders die het hele jaar door met de tweewieler de weg op gaat, en de ‘mooi-weer-rijders’, een meerderheid die in de wintermaanden de motor op stal laat staan en die weer start als de lentezon zich laat zien. Voor velen is dan de motor naast een vrije tijdsobject ook opnieuw een manier om in het fileverkeer snel naar en van het werk te rijden.
De Belgische Motorrijdersbond en FEBIAC pleiten – nu het motorseizoen opstart – voor een bewustmaking van de motorrijder én de automobilist van elkaars rijgedrag. Immers de ervaring van de laatste jaren is dat juist die eerste mooie weekenden risicovol zijn en leiden tot berichten in de media van (zware) ongevallen met motorfietsen. Het mooie weer trekt veel van de ‘overwinteraars’ naar buiten, maar omdat ze enige maanden stil gelegen hebben, zijn de automatismen van het motorrijden wat verdwenen. Cijfers van het BIVV, het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid, tonen aan dat het aantal ongevallen met motorrijders in maart stijgt en in november weer daalt. Dat is logisch omdat in de winter het aantal doorrijders gering is. Daarom hebben vervolmakingscursussen en opfrissingsdagen vooral voor de ‘overwinteraars’ een positief effect. Maar dan moeten ze in principe nog met de motor op de oefenplaats geraken. Vandaar ook het advies van FMB/BMB en FEBIAC om de eerste kilometers van het jaar individueel op een rustige, bekende weg af te leggen om zo het ‘motorgevoel’ en de basisroutine terug te krijgen.
Weekdagen
De cijfers wijzen echter ook uit dat in de periode 2008-2012 de meeste ongevallen niet in het weekend maar op weekdagen gebeuren: van 57% in augustus tot 73% in november. Het percentage ongevallen in het weekend stijgt in de periode maart-oktober wel maar er zijn geen extremen: 32% als hoogste cijfer in april en 26% als laagst in november. Op basis van de cijfers van 2008 tot en met 2012 heeft gemiddeld 64% van de ongevallen plaats op een weekdag en 28% van een weekenddag. De overige 9% heeft gedurende de nacht (weekend en week) plaats.
Uit de gegevens komt eveneens naar voren dat bij de meeste ongevallen met motorrijders ook automobilisten betrokken zijn. Van de ongevallen met motorrijders is 24% gecatalogeerd als een ‘eenzijdig ongeval’, er was met andere woorden geen ander voertuig bij betrokken. Meestal is er dan sprake van een ‘uitvoeringsprobleem’ (bijvoorbeeld een remfout of wegslippen). In 60% van de gevallen botste de motorrijder tegen een auto. Onderzoek heeft uitgewezen dat bijna tweederde van die ongevallen geïnitieerd is door automobilisten met als voornaamste oorzaak dat zij de motorrijder niet gezien hebben. De motorrijders hebben in de helft van de gevallen niet voldoende geanticipeerd op een manoeuvre van een autobestuurder. Defensief rijden door de motorrijders en opvallende felle kleuren van helm en kledij zijn elementen om het ongevalsrisico te verkleinen. Stijn Vancuyck (adviseur gemotoriseerde tweewielers FEBIAC): “Maar van de andere kant moeten ook de automobilisten weer gewend raken aan meer motoren op de weg en in de file.”
Er zijn overigens regels voor motorrijders om tussen files door te rijden. Dat mag enkel gebeuren met een snelheid van ten hoogste 50 kilometer per uur en met een maximaal verschil in snelheid ten opzichte van het overige verkeer van 20 kilometer. De praktijk wijst uit dat lang niet alle motorrijders zich aan die beperkingen houden. In het kader van de bewustmaking van automobilisten voor de motorrijders in het verkeer heeft het BIVV al enkele jaren achtereen campagne gevoerd onder andere met affiches langs de weg. Ook in Kijk Uit (VRT) zal er in de uitzending van 5 april aandacht besteed worden aan de seizoensstart.
Snelheid
Uit een analyse van het BIVV blijkt ook dat er sprake was van overdreven snelheid door één op de drie (en wellicht één op de twee) motorrijders die bij een ongeval betrokken waren. Stijn Rentmeesters, secretaris generaal van de BMB, wijst erop dat er momenteel genoeg mogelijkheden zijn om tijdens het zogenaamde ‘vrij rijden’ op circuits in eigen land (Mettet, Francorchamps, Zolder) en het buitenland sneller te gaan dan op de openbare weg is toegestaan . “Bovendien kan dat daar op een veilige manier. Vrij rijden gebeurt onder begeleiding en er is een professionele omkadering,” aldus Rentmeesters.
BMB – Febiac persdienst – Ad van Poppel